De Vrienden van de Izegemse Musea, heemkring Ten Mandere en het museum Eperon d’Or brengen in het vierde erfgoedcafé op 10 oktober 2023 een hulde aan Constant Vandemoortele. Constant legde in 1899 de basis voor de huidige Groep Vandemoortele, nog altijd een familiebedrijf maar wel eentje met 4500 werknemers.
De site Vandemoortele Izegem is voor dit grote bedrijf nog altijd een belangrijk onderdeel: het is de grootste margarinefabriek van de groep en telt op vandaag 230 werknemers.
Het erfgoedcafé focust telkens op een historische figuur die voor de economische ontwikkeling van Izegem belangrijk is geweest. En dat kunnen we van Vandemoortele wel zeggen. Van een bescheiden olieslagerij werd het bedrijf in de jaren 1960-1980 een van de grootste werkgevers van de stad. Toen het ene na het andere schoenbedrijf moest sluiten, ontstond “de processie naar Moortels”. Werknemers uit de schoennijverheid vonden een nieuwe werkplek in het uitbreidende voedingsbedrijf.
Constant Vandemoortele was een molenaarszoon van Oostrozebeke. Hij vond waarschijnlijk de weg naar Izegem omdat hij in de groeiende stad mogelijkheden zag om zijn handel in bloem uit te breiden.
Hij leerde de stiel van olieslager kennen bij naamgenoten Vandemoortele in Emelgem. Voor familiebanden moeten we echter teruggaan tot halfweg de 17de eeuw. Waarschijnlijk wisten zij niet eens dat er een gemeenschappelijke stamvader was.
Toen Constant in 1881 in Izegem kwam wonen, waren er 9 oliemolens. Van één ervan weten we dat die op stoomkracht was overgestapt en dat was precies die van de gebroeders Vandemoortele in Emelgem. De beide gebroeders Vandemoortele stierven in 1877 en lieten twee weduwen, waarvan één met jonge kinderen, achter. Misschien was hij daar de helpende hand?
In elk geval leerde Constant er de business kennen en hij besloot in 1899 – op 51-jarige leeftijd – om een ‘mekanieke’ olieslagerij te starten in eigen naam. Zijn zoon Adhemar (15) werd onmiddellijk in de zaak betrokken. Hij vestigde zijn toen bescheiden fabriek op de Zuidkaai, tussen spoorweg en kanaal. Hij verwerkte lijn- en koolzaad voor de zeepziederijen en verfindustrie en produceerde veevoederkoeken. Het ging hem blijkbaar voor de wind want er waren verschillende uitbreidingen. Wegens ziekte besloot Constant in 1912 zijn bedrijf over te dragen aan zijn twee oudste zonen. Hij stierf twee jaar later en de zonen stichtten een vennootschap op hun beider naam: Adhemar en Edgar.
Ten gevolge van de wereldcrisis van 1929-30 gingen de broers op zoek naar een betere rendementsverhouding en ze vonden die in de goedkopere sojabonen uit Mantsjoerije. De sojakoek
werd het nieuwe veevoeder. In 1936 werd een raffinaderij gebouwd voor de raffinage van soja-olie. Maar nu konden ook aardnoten geperst en geraffineerd worden. Deze olie was niet meer voor industrieel gebruik maar voor gebruik in de voeding. De omschakeling was een goede zet. Nog voor de Tweede Wereldoorlog produceerde Vandemoortele immers al 20% van de totale Belgische productie tafelolie.
De grote stap vooruit naar schaalvergroting en diversificatie in de producten gebeurde echter in de jaren 1960 tot 1980. Naast olie kwamen ook margarine (sedert 1951), bakkerijproducten (1953), sausen en vinaigrettes (1967), chips (begin 1960) en sojaproducten (jaren 1970) erbij. Vooral de sojaproducten (Alpro) en de diepvriesbakkerijproducten namen een hoge vlucht. De site in Izegem kende een grote uitbreiding. In de tweede helft van de jaren 1970 was er de uitbreiding op de Noordkaai na de verbreding van het kanaal. Vandemoortele kocht de Nijverheidsstraat van de stad in 1985. In deze periode ging het slecht in de schoennijverheid en heel veel schoenmakers vonden een nieuwe job bij Vandemoortele.
Izegem bleef niet de enige productieplaats. Er kwamen er verschillende bij in België maar ook heel wat in het buitenland. Vandemoortele sprong ook in de opportuniteit van de val van de Berlijnse Muur en het IJzeren Gordijn en de oprichting van de E.E.G.
In het kader van deze koerswijziging moeten we de verkoop van de perserij en de raffinage aan Cargill in 1998 verklaren. Het bedrijf koos voor een klare visie op zijn activiteiten: er werd alleen nog geïnvesteerd in zaken waarin Vandemoortele marktleider was of kon worden. Aan het wereldbedrijf Cargill kon Vandemoortele niet tippen.
Investeren in één van de andere nieuwe afdelingen was dan het devies. In 2008 werd beslist voor een grote overname van een Franse diepvriesbakkerijproducent Panavi waardoor Vandemoortele ineens Europees marktleider werd. Maar wat niemand kon voorzien, was de grote financiële crisis die dat jaar uitbrak. Deze leidde tot een veel te grote schuldenberg voor het familiebedrijf. Om die te dichten werd, met tegenzin, de bloeiende Alpro-afdeling verkocht.
Op vandaag heeft het bedrijf zich hersteld van de zware slag van 2008. Het bedrijf is weer op koers en focust op twee grote afdelingen: culinaire oliën en vetten enerzijds, (vooral diepvries-) bakkerijproducten anderzijds. Alle internationale bedrijven werden verenigd onder de identiteit ‘Vandemoortele’. Ze staan allemaal voor één doel: “een smakelijke toekomst creëren”.
Izegem is één van de 29 productieplaatsen van Vandemoortele, is supermodern ingericht met automatisering en robotisering, en stelt 230 mensen te werk. Er worden margarine, vetten en frituuroliën en donutmix gemaakt en de R&D ontwikkelt er nieuwe producten voor het hele bedrijf.
Constant Vandemoortele, stichter van een bescheiden oliefabriek, ligt aan de basis van dit succesvolle concern. De herdenkingsplaat, geschonken door V.I.M., wordt bij het familiegraf geplaatst. We hopen hiermee dat zijn initiatief en het economisch belang voor de economische ontwikkeling van de stad blijvend gewaardeerd zal worden.